Odyssey

by Laurens Hoogenboom

Hoe ontwerp je een zintuigelijke ervaring, die andere emoties oproept, waardoor de interpretatie van het heden dusdanig verandert, dat de self-efficacy van de gebruiker wordt versterkt?

Human | Emotion | Psychology | Virtual Reality | Perspective

1. Toen ik een kind was, dacht ik als een kind...

Het is aan het begin van een koude donderdagochtend. Vanmiddag zal op school de Coopertest worden afgenomen. De kinderen moeten in twaalf minuten zo ver mogelijk rennen. Rudolf staat op het punt om naar school te gaan. Op het moment dat zijn moeder begint af te ruimen, en Rudolf de opdracht geeft om zijn schoenen en jas aan te doen, begint hij tegen te stribbelen. "Ik voel me niet lekker, ik heb buikpijn, ik wil niet naar school." Zijn moeder kijkt even naar hem. "Maar je hebt wel prima gegeten. Kijk maar hoe het gaat. Als het niet lukt, kom je gewoon naar huis." Ze duwt hem rustig naar de deur, waar zijn schoenen staan.

De nukkigheid verandert in woede.

"U houdt gewoon niet van me! Ik voel me niet lekker, en toch stuurt u me naar school!" Als z'n moeder hem nog een zetje geeft, begint Rudolf haar te slaan. De moeder, die begrijpt dat dit niet gaat werken, laat hem even begaan, en trekt hem dan tegen zich aan.

De jongen gevangen in de omhelzing, begint te snikken, en barst dan in huilen uit.

Stilte.

"Ze gaan me sowieso weer uitlachen. Ik kan dit helemaal niet"

Een aai over z'n bol.

Kind: "Ze vinden me raar, hoe ik eruit ziet en dat m'n stem overslaat."
Moeder: "En wat vinden ze van zichzelf dan? Dat ze normaal zijn?"
Kind: "Nou zij worden niet gepest".
Moeder: "Maar ze pesten wel."

Rudolf kijkt vertwijfeld naar zijn moeder.

Moeder: "Als zij zich normaal zouden voelen, zeker van zichzelf, zouden ze anderen niet pesten. Ze willen zich oké voelen en maken daarom anderen raar. Maar ze kunnen zich dus ook niet normaal voelen zonder jou. Ze maken zich afhankelijk van jou."

Rudolf gaat rechtop zitten.

Moeder: "Als je ze negeert, voelen ze zich raar, en dan ben jij de baas, niet afhankelijk van hen. Het maakt niet uit hoe het vanmiddag gaat. En je zal zien dat het dan beter gaat, ook met die Coopertest. En zo niet, dan ben je alsnog oké, zoals je bent."

2. Maar nu ik volwassen ben geworden...

Kinderen kunnen zelf het leven niet aan, het is te groot, te overweldigend. Daarom worden ze door hun ouders geleerd om te leven. Niet dat ze, als ze groot geworden zijn, alleen door het leven kunnen. Maar wel zelfstandig. Echter, er zijn momenten of dingen die er voor kunnen zorgen, dat het leven je overweldigt. Uitdagingen die je normaal aankon, lijken te groot, ondanks dat ze niets of nauwelijks te maken hebben met de achterliggende problematiek. Maar de constante spanning en emoties, veroorzaakt door deze problematiek, zorgen voor een vertekend beeld van onze omgeving en ons eigen kunnen.

De vraag is dan: hoe kun je dit patroon doorbreken, zodat mensen toch bepaalde uitdagingen aan kunnen gaan? We hebben niet voor altijd een moeder die ons op schoot trekt. Maar kunnen we de emoties, veroorzaakt door deze ervaring, hercreëren?

3. Zijn de emoties hetzelfde gebleven.

De ervaring van het kind bestaat uit ruwweg drie stappen. Eerst is Rudolf gefrustreerd en boos. Hij richt deze woede op zijn moeder, die hem blokkeert in de makkelijkste weg naar veiligheid: thuisblijven. Als deze woede wegvalt blijft angst voor het onveilige over: het mogelijk niet goed presteren en de reactie van zijn medeleerlingen. Als de oorzaak van deze angst wordt gerelativeerd blijft opluchting en hoop over.

Woede gaat dus over het ervaren en weghalen van blokkades. Angst over het ervaren van bedreiging en leidt tot vluchten. Vertrouwen (in de moeder, het zelf, of positief kunnen beïnvloeden van een situatie) en verwachting (van de situatie) vormen samen hoop. De overgang van angst naar hoop veroorzaakt opluchting.

4. Odyssey

Odyssey is een VR omgeving waarin deze emoties achtereenvolgens worden opgeroepen en verwerkt. De gebruiker maakt als het ware een emotionele reis mee. Het begint met het d.m.v. hoofdbewegingen ontwijken van "gedachten". Dit mislukt onherroepelijk (het wordt te veel). De gebruiker "botst" op een gedachte waarna de confrontatie met deze gedachte begint.

Woede

Het eerste deel van deze confrontatie is woede. Deze wordt verbeeld door het ontstaan van een storm, en het groter worden van de gedachte. Vervolgens kan de gebruiker d.m.v. het knijpen in een stressbal, de woede uiten. Als gevolg hiervan brokkelt de gedachte af en wordt deze kleiner. De blokkade valt dus weg. Als deze verdwenen is, gaat het regenen. Dit geeft de gebruiker de tijd om te acclimatiseren. Er ontstaat een leegte, een vacuüm.

Angst

Dan blijkt de gedachte niet weg te zijn, maar zich op te splitsen in meerdere denkbeelden. Deze torenen boven de gebruiker uit. De stressbal (woede) kan niet meer gebruikt worden. Er is ook geen moeder die de gebruiker een knuffel kan geven. Wat dan wel? Langzame en diepe buikademhalingen. Deze stimuleren een zenuw die normaal gesproken zorgt voor een hogere hardslag en een snellere ademhaling wanneer stress toeneemt. Als deze zenuw, door de langzame en diepe buikademhalingen, andersom wordt gestimuleerd zorgt dit juist voor een afname van stress, spanning en angst.

Opluchting

De constant toenemende storm die tijdens de woede begon, neemt af: opluchting. De zee kalmeert en de lucht kleurt. Een nieuwe dag begint, een nieuwe kans: hoop. Door langzaam in en uit te ademen, zorgt de gebruiker voor progressie in de zonsopgang. Door deze input wordt de gebruiker gedwongen zich te concentreren op zijn ademhaling en de omgeving, zodat ruimte en ontspanning ontstaat.

5. Tenslotte

De bedoeling van het eindproduct is dat mensen verschillende emoties doormaken, zodat zij uiteindelijk met hernieuwd zelfvertrouwen een uitdaging aan kunnen gaan. Maar er is ruimte Odyssey breder toe te passen. Er zouden ook voor verschillende andere emoties zintuigelijke ervaringen kunnen worden ontworpen. Deze kan je dan in verschillende volgorden langs laten komen.

De uiteindelijke reactie van de proefpersonen, zou dan een indicatie kunnen zijn, van wat deze emoties in een specifieke volgorde met mensen doen, en hoe het totaal kan worden toegepast in het dagelijks leven. Daarmee is Odyssey eigenlijk meer een onderzoekstool, die nu is gebruikt voor het versterken van de self-efficiacy van de gebruiker, maar in de toekomst mogelijk veel breder ingezet kan worden.