Hoe kan er een moment van eenheid en verbondenheid op afstand verzorgd worden voor jongvolwassenen?
De relatie tussen het individu en de massa is gecompliceerd. We hebben zowel de behoefte om ergens bij te horen en in dat iets op te gaan – assimilatie, onderdeel uitmaken van een 'wij' – als om uniek te zijn en onszelf te onderscheiden van anderen – differentiatie, een duidelijke 'ik' aan kunnen wijzen en zijn. Vervulling van de ene behoefte werkt averechts op de andere: wanneer je volledig in de massa opgaat, voel je je niet uniek, en vice versa.
Assimilatie en differentiatie zijn allebei belangrijk voor een goede mentale en fysieke gezondheid. Een balans tussen de twee vinden is daarom het beste.
De westerse cultuur legt de nadruk alleen fors op uniek zijn, je onderscheiden en voor jezelf zorgen. Hiermee wordt differentiatie gepromoot, en assimilatie juist naar de achtergrond geschoven. Dit alles maakt het zoeken naar en vinden van de gewenste balans moeilijker. Ook blijkt uit onderzoek in westerse landen dat uit alle leeftijdsgroepen jongvolwassenen zich het vaakst eenzaam voelen.
De waarde van assimilatie moet in westerse landen meer aan het licht gebracht en ervaren worden. Een manier om dit te doen is door middel van interactieve installaties, omdat deze volgens onderzoek voor een hogere sociale verbondenheid onder de deelnemers zorgen.
Wel moet je voor het ervaren van installaties die voor gevoelens van eenheid en verbondenheid zorgen vrijwel altijd op hetzelfde moment fysiek bij elkaar in de buurt zijn. Ancestors heeft daarom juist als doel om deelnemers eenzelfde soort connectie te laten ervaren zonder direct met anderen te interacteren. Ook moedigt Ancestors aan om na te denken over hoe deel uitmaken van dezelfde geschiedenis ons verbindt met onze voorouders en nakomelingen, en om hierdoor ook verbondenheid met een groter geheel te ervaren.
Verhaal en inspiratie
Ancestors is een een interactief narratief in twee delen: het eerste deel in combinatie met een installatie, het tweede digitaal. In het verhaal worden er na elkaar leden van een uitstervende, mensachtige soort wakker, die een bouwwerk aan het bouwen is om de herinnering aan hun soort te preserveren. Dit bouwwerk moet binnen twintig generaties af zijn.
Een generatie bestaat uit maar één lid, en wordt door één deelnemer ervaren. Iedere generatie wordt geconfronteerd met de keuze om door te bouwen of niet, en met de vraag wat ze willen bijdragen aan de herinnering. Wanneer de generatie-deadline verstreken is, wordt onthuld of het bouwen gelukt is en wat alle deelnemers gekozen hebben om achter te laten.
De grootste inspiratiebron voor het verhaal is het idee van kathedraaldenken: verder kijken dan de korte termijn, en beginnen aan projecten met de kennis dat de oorspronkelijke makers niet meer zullen leven wanneer deze afgerond zullen zijn. Of, zoals middeleeuws historicus Jonathan Thompson het verwoordt: “It’s laboring in the present in the service of future glory.”
Een kathedraalproject verbindt mensen die niet eens op hetzelfde moment leven met elkaar door ze samen het project en de waardes waar het voor staat in leven te laten houden. In Ancestors worden deelnemers uitgenodigd om hetzelfde te doen.






Ervaring in fases

Het eerste deel van Ancestors staat op een plek waar veel mensen langskomen, zoals op een expositie.

De deelnemer krijgt de controller in handen. Ze doorlopen een korte tutorial waarin de deelnemer zich vertrouwd kan maken met het gebruik van de controller, waarna ze in het zand mogen stappen.

Het narratief start. De deelnemer kan hier op hun eigen tempo doorheen lopen door de controller te gebruiken. Het verhaal is in de tweede persoon geschreven.

De schaduw van de deelnemer valt gedurende het hele eerste deel op de projectie. Hierdoor worden delen van het geprojecteerde verhaal bedekt, en wordt de deelnemer aangemoedigd om rond te bewegen om de volledige tekst te kunnen lezen. Dit zorgt ervoor dat er voetsporen in het zand ontstaan.

De wereld en de situatie worden geïntroduceerd. De deelnemer en het karakter dat ze spelen leren dat de soort waar ze deel van uitmaken aan het uitsterven is, dat de kubus die bij hen in het zand staat de herinnering aan hun soort kan laten overleven, en dat deze kubus een bouwwerk genaamd De Structuur nodig heeft om te blijven werken. Binnen twintig levens moet De Structuur gebouwd zijn. Ook wordt er een vraag geïntroduceerd: ben je alleen?

Het karakter heeft een emotionele reactie op deze nieuwe informatie. Ze hebben het gevoel afgezonderd te zijn en er echt helemaal alleen voor te staan, en vragen zich af of het het waard is om verder te bouwen aan De Structuur.

Ben je echt alleen? De kubus toont wat een voorganger van het karakter achtergelaten heeft. De voetsporen in het zand worden onder de aandacht gebracht: anderen gingen dit karakter voor en hebben hetzelfde meegemaakt.

Nu beide kanten belicht zijn, moet de eerste keuze gemaakt worden: de deelnemer wordt gevraagd of ze willen bouwen of niet. Hierop volgt een sequentie waarin het verdere leven van het karakter uitspeelt op basis van de gemaakte keuze.

Wanneer het karakter bijna zal sterven, moet de deelnemer bepalen wat ze ter herinnering achter willen laten. Eerst wordt er een keuze gemaakt tussen een ding, een opname of een gevoel. Audio cues vanuit de kubus maken duidelijk dat er nu iets achtergelaten kan worden. De deelnemer wordt gevraagd om hun hand op de kubus leggen en hardop uit te spreken welk gevoel of ding ze achter willen laten, of wat ze op willen nemen.

Het karakter sterft en er is een generatie versterken. De deelnemer wordt gevraagd hun emailadres achter te laten om de afloop van het verhaal te kunnen ontvangen. De controller is beschikbaar voor een andere persoon, die weer bij de tutorial begint en dezelfde fases doorloopt.

Nadat twintig deelnemers het eerste deel doorlopen hebben, kunnen zij later op de dag allemaal het tweede deel thuis ervaren. Ook dit deel ervaren de deelnemers los van elkaar.

De deelnemers ontvangen een email met in de bijlage het epiloog-bestand. Deze kan op een computer geopend worden. De inhoud van de epiloog is afhankelijk van de keuzes die de deelnemers gemaakt hebben tijdens het eerste deel.

Wanneer deelnemers het epiloog-bestand openen, volgt een korte tutorial over de bediening. Door op onderstreepte woorden te klikken, kan op eigen tempo door het narratief gelopen worden.

De schaduw van de deelnemer is gedurende de epiloog niet meer aanwezig, en de tekst is vanuit een alwetende verteller geschreven. Dit signaleert dat de deelnemer geen direct onderdeel meer is van het verhaal, maar in plaats daarvan kijkt naar hoe de geschiedenis zich verder heeft ontwikkeld op basis van hun keuzes en die van de andere deelnemers.

Deelnemers lezen of de kubus het overleefd heeft of niet op basis van of iedereen ervoor gekozen heeft om te bouwen of niet. Wanneer De Structuur succesvol gebouwd is, wordt de kubus gevonden en de herinnering doorgegeven. Zo niet, dan gaat de kubus kapot voordat deze gevonden kan worden.

In allebei de eindes wordt getoond wat alle twintig deelnemers achtergelaten hebben.

Het epiloog-bestand is nu in het bezit van de deelnemers. Het kan altijd teruggelezen worden en dient als een aandenken aan de ervaring.